Vandaag is de geboortedag van Theo Olof, violist, concertmeester en schrijver over klassieke muziek. Het portret hierboven en zijn portret op de onderstaande naslagwerken/verjaardagskalenders met 366 belangrijke Nederlanders, zijn made by me.
Theodor Olof Wolffberg werd op 5 mei 1924 geboren in Bonn in Duitsland. Hij vluchtte in 1933, kort na de machtsovername door Hitler en de nazi’s, met zijn moeder naar Nederland. Hij kreeg zijn eerste pianolessen van zijn moeder, violiste Elvira Wolffberg-Schmuckler. Theo was een hoogbegaafd en muzikaal kind Hij gaf zijn eerste optreden op vijfjarige leeftijd. Eenmaal in Nederland groeide hij op in het gezin van Mies Boissevain. in Amsterdam. Zij zorgde ervoor dat Theo les kreeg van de befaamde vioolpedagoog Oskar Back. In september 1936 maakte hij zijn debuut bij het Concertgebouworkest met het Vioolconcert van Felix Mendelssohn . In 1938 trad hij bij het Philips Symfonieorkest voor het eerst op met een ander groot viooltalent: Herman Krebbers, Samen speelden ze het Dubbelconcert (voor twee violen en orkest) van J.S. Bach.
Toen de oorlog uitbrak, moesten ze onderduiken. Theo was hij zijn tweede voornaam als achternaam gaan gebruiken. Mies Boissevain zorgde ervoor dat Theo terechtkon op een onderduikadres. Theo's moeder weigerde om onder te duiken, omdat ze niemand in gevaar wilde brengen. In de oorlog was Mies, samen met haar man en drie zoons, actief in het verzet. Theo zelf wist, als door een wonder, meerdere keren uit de handen van de Duitse bezetter te blijven. Zo werd één van zijn onderduikadressen uitgekamd, net op het moment dat hij even de deur uit was. Ook liep hij op een dag SS-officieren tegen het lijf, maar wist te voorkomen dat zij erachter kwamen dat hij Joods is. Tijdens een mislukte vlucht naar Zwitserland belandde hij in Brussel. Daar wist hij onder de radar te blijven tot aan de bevrijding. Zijn Moeder Elvira werd inderdaad opgepakt. Ze werd in 1943 getransporteerd naar vernietigingskamp Sobibor en vermoord. Pas vijftig jaar later ontdekte hij dat zijn vader was vermoord in Auschwitz. Olof was zijn beschermengel dankbaar, maar had hij ook een schuldgevoel omdat hij nog leefde.
Na de oorlog keerde Theo Olof terug naar Amsterdam en begon zijn violistische carrière weer op te bouwen. Olof zette zich in voor eigentijdse componisten waaronder het Vioolconcert van Benjamin Britten en van Bruno Maderna, een echte avant-garde componist met diens vioolconcert reisde hij de wereld rond. Hij maakte concertreizen door geheel Europa en naar Amerika. Naast solo-optredens bij de meest uiteenlopende orkesten, gaf hij ook recitals met kamermuziek. In 1950 werd Olof samen met Herman Krebbers benoemd tot concertmeester van het Residentie Orkest. Het waren geweldige musici die dikwijls soleerden bij het orkest, soms ook als duo. Bekend zijn hun variaties op een Uilenspiegelthema voor 2 violen en orkest. Het meest bekende werk door Olof en Krebbers uitgevoerd was het Dubbelconcert (voor 2 violen en orkest) van J.S. Bach. Andere werken die zij regelmatig uitvoerden waren de Dubbelconcerten vanHenk Badings en van Géza Frid. En de 44 Duo’s voor twee violen van Bélà Bartók.
Olof heeft veel gepubliceerd waaronder de bundel Daar Sta Je Dan (1958) waarin Olof de vaak komische voorvallen schetst uit het orkestleven en zijn eigen belevenissen als concertviolist. Hij schreef over Mozart (1992) en zijn autobiografie, Flarden (2002). Ook was Olof hoofdleraar aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en hij richtte met Pieter Moerenhout het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds op. Theo Olof behoorde tot de initiatiefnemers van Hilversum 4 (nu Radio 4), de radiozender voor klassieke muziek, die in 1975 voor het eerst uitzond. Op 13 september 2009 ontving hij Plasterk, minister van Cultuu, de allereerste Radio 4 Prijs wegens zijn verdiensten voor de muziek.
Theo Olof overleed op 9 oktober 2012 op 88-jarige leeftijd.
Reactie plaatsen
Reacties